Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mid·de·la·res
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord middelares middelaressen
verkleinwoord middelaresje middelaresjes

Zelfstandig naamwoord

de middelaresv [1]

  1. vrouw die bemiddelt tussen twee partijen
  2. (religie) bijnaam voor Maria de moeder van Jezus als verbindende persoon tussen God en de mensen
     Aan dood of slavernij was geen ontkomen meer en daarom riep Tirant de Moeder Gods in de volgende bewoordingen aan: '0, Godvruchtige Vrouwe, toeverlaat en middelares der zondaars, die maagd was voor, tijdens en na de geboorte, zoals ik vurig geloof, ontferm u over mijn ziel.[2]
     De Moren doodden zijn paard onder hem en hij viel ter aarde neer waar hij het volgende gebed uitsprak: '0, nederige Maagd, Moeder Gods in de persoon van Jezus, die u in uw kuis tabernakel droeg en zonder pijn en onbevlekt gebaard heeft! Ik smeek u, Middelares der zondaars, uw glorierijke Zoon aan te bevelen mij onder Zijn hoede te nemen, want ik ben Hem genegen en wens Hem als waarachtig christen te dienen.[2]


Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. 2,0 2,1
    Joanot Martorell en Martí Joan de Galba
    “Tirant lo Blanc” (1987), Schocken, ISBN 0805238999