Nederlands

 
de schaduw van de middagzon is direct onder de vogel
Uitspraak
Woordafbreking
  • mid·dag·zon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord middagzon middagzonnen
verkleinwoord middagzonnetje middagzonnetjes

Zelfstandig naamwoord

de middagzonv / m

  1. de straling van de zon 's-middags
    • Je moet 's-zomers oppassen voor verbranding van je huid in de middagzon. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen