middagzon
- mid·dag·zon
- samenstelling van middag en zon [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | middagzon | middagzonnen |
verkleinwoord | middagzonnetje | middagzonnetjes |
- de straling van de zon 's-middags
- Je moet 's-zomers oppassen voor verbranding van je huid in de middagzon.
- Het woord middagzon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "middagzon" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be