• me·ta·len
  • Afgeleid van metaal met het achtervoegsel -en

de metalenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord metaal
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen metalen

metalen

  1. van een metaal vervaardigd
    • Er zat een metalen draadje aan dat per ongeluk in de magnetron terechtkwam. 
     Geen enkele beschutting, behalve een hutje met een metalen dak.[1]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


metalen

  1. metalen; van een metaal vervaardigd