Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mest·pro·bleem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mestprobleem mestproblemen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het mestprobleemo

  1. probleem dat ontstaat als er meer mest geproduceerd wordt dan dat er op het land als meststof gebruikt kan en mag worden
    • Naast het maatschappelijke middenveld, de koepels en de lagere overheden krijgen de informateurs veel post van particulieren. Een 90-jarige heer uit Neede draagt een oplossing voor het mestprobleem aan, een Amsterdammer wil de doodstraf beperkt herinvoeren, iemand uit Scherpenzeel zou graag Edith Schippers als premier zien en diverse horecaondernemers vinden hun uitspanning de perfecte locatie, mocht de onderhandelaars de Stadhouderskamer te benauwd vinden.[1] 
    • Bovendien zal de stroom sojaveevoer uit bijvoorbeeld Zuid-Amerika door blijven gaan met negatieve gevolgen voor tropische regenwouden. Terecht meldt het artikel over mestvergisters dat deze niet bijdragen aan de oplossing van het gigantische mestprobleem in Nederland: het doet niets aan stikstof en fosfaat.[2] 

Gangbaarheid

Verwijzingen