merci
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mer·ci
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tussenwerpsel: bedankt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
Tussenwerpsel
merci
- manier om iemand te bedanken
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord merci staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "merci" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Frans
Tussenwerpsel
merci
Italiaans
Uitspraak
Woordafbreking
- mer·ci
enkelvoud | meervoud |
---|---|
merci | merci |
Zelfstandig naamwoord
merci m