• me·nar·che
enkelvoud meervoud
naamwoord menarche menarches
verkleinwoord

de menarchev / m

  1. (medisch) eerste maandstonden, de eerste keer dat er een menstruatie is en daarmee de puberteit
42 % van de Nederlanders;
35 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be