meldingsplichtige

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mel·dings·plich·ti·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meldingsplichtige meldingsplichtigen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de meldingsplichtigev / m

  1. (juridisch) degeen die volgens de wet verplicht is een autoriteit in te lichten over een feit of voornemen
     Volgens de toezichthouder heeft de bank gedurende bijna een jaar het kapitaalsbelang van één van haar dochtermaatschappijen in een aan Euronext genoteerde beleggingsinstelling niet gemeld. (…) Als moedermaatschappij was BNP de meldingsplichtige, aldus de AFM. Deze melding is verplicht om beleggers en bedrijven inzicht te geven in de belangen van grootaandeelhouders.[1]
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

meldingsplichtige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van meldingsplichtig
     Volgens de wet is er sprake van geweld als er „dwang van meer dan geringe betekenis” is gebruikt. Agenten zijn verplicht dit geweldgebruik mondeling te melden bij hun superieuren. (…) Uit de enquête onder het politiepersoneel blijkt volgens Naeyé echter dat „de definitie van het meldingsplichtige geweldsgebruik onvoldoende duidelijk is”.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Toezichthouder beboet BNP Paribas” (11 september 2009) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Jan Meeus
    “De klappen zijn voor de politie” (21 december 2006) op nrc.nl