meizoen
- mei·zoen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meizoen | meizoenen |
verkleinwoord | meizoentje | meizoentjes |
de meizoen m
- Bellis perennis madeliefje
- ▸ In de tekst van Shakespeare worden als begroeiing genoemd: wilg, netel, koekoeksbloem, meizoen, aronsstaf, dodemansvingers (vertaling Gerrit Komrij, 1989). Mij ontbreekt de botanische kennis om vast te stellen of die planten ook allemaal voorkomen in het meesterwerk van Millais.[2]
- Het woord meizoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Rudi Fuchs“De ontdekking van het sentiment” (14 februari 2008), de Volkskrant