meivuur
- mei·vuur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meivuur | meivuren |
verkleinwoord | meivuurtje | meivuurtjes |
het meivuur o
- feestvuur dat men de avond voor 1 mei aansteekt
- Het woord 'meivuur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meivuur" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be