meivakantie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: meivakantie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mei·va·kan·tie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mei en vakantie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meivakantie | meivakanties |
verkleinwoord | meivakantietje | meivakantietjes |
Zelfstandig naamwoord
de meivakantie v
- Leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs hebben wettelijk een week vrij in de periode eind april - begin mei. De precieze week wordt doorgaans zo gekozen dat er zo veel mogelijk feestdagen in de meivakantie vallen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord meivakantie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.