megaliet
  • me·ga·liet
enkelvoud meervoud
naamwoord megaliet megalieten
verkleinwoord

de megalietm

  1. pre-historisch monument bestaande uit zeer grote stenen
    • Net voor hij weer naar de VS vertrok heeft Amerikaans president Obama het wereldbekende Stonehenge bezocht in Zuid-Engeland, de duizenden jaren oude verzameling megalieten uit het Stenen Tijdperk. [3] 
    • De megalieten van de binnenste ring van Stonehenge zijn volgens geologen afkomstig van de Preseli-heuvels in Pembrokeshire, op ruim 200 kilometer van de Salisbury-vlakte waar het monument nu staat. [4] 
66 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[5]