Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mee·ver·ze·ke·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

meeverzekeren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
meeverzekeren
verzekerde mee
meeverzekerd
zwak -d volledig
  1. samen met een andere verzekering een aanvullende verzekering nemen
    • Ook wordt gekeken of het meeverzekeren van het eigen risico, een enorm bedrag dat alleen maar zal blijven stijgen, nog rendabel is. Momenteel betalen de Rotterdammers die meedoen aan de collectieve verzekering 50 euro in plaats van 385. [1] 
    • Sinds juli kunnen klanten kiezen of ze de smartphone willen meeverzekeren voor een bedrag dat tussen de €6 en €10 per maand ligt. „Daarmee is dan niet alleen je smartphone verzekerd, maar bijvoorbeeld ook je iPad en smartwatch. Dat is een verschil met de smartphone-verzekeringen die vaak bij aankoop worden aangeboden”, zegt een woordvoerder van Unigarant. [2] 
    • Het is belangrijk om vooraf na te gaan op beide polissen wie precies verzekerd is. Kinderen van gescheiden ouders kunnen op de reisverzekering van beide ouders zijn meeverzekerd. Op de doorlopende reisverzekering van Reaal zijn kinderen meeverzekerd als zij nog bij de verzekeringnemer of de andere ouder thuis wonen. [3] 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. De Telegraaf MAARTEN RITMAN 15 sep. 2017 Zorgverzekering Rotterdamse minima duurder
  2. De Telegraaf LORRAINE MARLISA 13 okt. 2017 Verzekeraar is mobiel beu
  3. De Telegraaf 14 jul. 2018 Uit elkaar, maar voor de kinderen samen naar Spanje