meesjouwen
- Geluid: meesjouwen (hulp, bestand)
- mee·sjou·wen
- samenstelling van mee bw en sjouwen ww
meesjouwen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
meesjouwen |
sjouwde mee |
meegesjouwd |
zwak -d | volledig |
- op een vermoeiende manier iets met je mee dragen tijdens het lopen
- Initiatiefnemer is oud-dakloze Arie Dirk Vooijs, voorzitter van de stichting Meer met Minder, die strijdt tegen armoede. "Toen ik zelf nog dakloos was zag ik veel dak- en thuislozen hun hele hebben en houden meesjouwen in plastic tassen, boodschappentassen en vuilniszakken. Het is zo'n trieste aanblik en het beeld blijft door mijn hoofd spoken. Nu ik voorzitter ben bij Stichting Meer met Minder wil ik graag iets voor deze mensen betekenen, ze echt helpen." [2]
- Zo merkt Ryanair dat passagiers soms veel grotere handtassen meesjouwen dan is toegestaan. Een woordvoerder: "Dat zorgt voor vertraging. Wanneer dit de praktijk blijft, zullen we maatregelen nemen." [3]
- Als medicatie niet helpt, krijgen patiënten vaak sondevoeding. Via de neus, of zoals bij Lau Weber, via een slangetje dat direct op de dunne darm wordt aangesloten. Patiënten moeten, in dat laatste geval, altijd een rugzakje meesjouwen met daarin een voedingspomp. [4]
- Het woord meesjouwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 10 januari 2017 Door 'daklozenrugtas' lijkt zwerver straks op een toerist
- ↑ Tubantia H. van Houwelingen 4 mei 2017 Einde gratis handbagage lijkt in zicht
- ↑ Tubantia H. van Houwelingen 17 april 2018 Lau kon drie jaar niks eten: 'Heerlijk dat een frietje zuurvlees nu weer kan'