meerwaardigheid
- meer·waar·dig·heid
- afgeleid van meerwaardig met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meerwaardigheid | - |
verkleinwoord | - | - |
- het meerwaardig zijn
- Het woord 'meerwaardigheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.