meekoken
- mee·ko·ken
- samenstelling van mee bw en koken ww
meekoken [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
meekoken |
kookte mee |
meegekookt |
zwak -t | volledig |
- een ingrediënt samen met andere delen van het gerecht in één pan koken
- anderen betrekken bij het maken van de maaltijd
- "Het helpt ook om met z'n allen aan tafel te eten. Laat kinderen ook meekoken. Ik heb zo´n box. Laat ze raden wat er in zit, betrek ze bij het eten maken en koken." [4]
- Varieer en zorg voor fun in de keuken. Laat je kinderen meekoken of maak foto’s van je gerechten. Experimenteer met kleuren, seizoensgroenten... [5]
- Het woord meekoken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meekoken" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Chickslovefood 07-03-18 Kokossoep met kip
- ↑ Het Parool NIENKE DENEKAMP 17 NOVEMBER 2012 Thuiseten: Snijbiet op niveau
- ↑ De Telegraaf 06 jan. 2016 Zo laat je je kind gezond eten
- ↑ Tubantia Inge Stiers 02-04-18 'Twee weken zonder suiker en je smaak is gereset'
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be