matting
- mat·ting
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | matting | mattingen |
verkleinwoord |
de matting v / m, het matting o
- het de glans van iets verwijderen; het iets dof maken
- materiaal dat men gebruikt als vloerbedekking
- Het woord matting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "matting" herkend door:
34 % | van de Nederlanders; |
23 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be