matrassenfabriek
- ma·tras·sen·fa·briek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | matrassenfabriek | matrassenfabrieken |
verkleinwoord | matrassenfabriekje | matrassenfabriekjes |
de matrassenfabriek v
- bedrijf waar men matrassen produceert
- ▸ Hij zei: ‘Als je geen leraar kunt worden, wat kun je dan wel? Ik bedoel, laten we even vergeten waarvoor je bent opgeleid, dan is de vraag: wat zou je willen gaan doen? Anton werkt in het bedrijf van zijn vader, Eric in de matrassenfabriek, we zouden kunnen kijken of je daar niet ergens aan de slag kunt.[1]
- ▸ Over haar vader en moeder. Over haar oom en tante die met hun dochtertje iets verderop aan de Nieuwe Uilenburgerstraat in Amsterdam woonden. Over de matrassenfabriek van vader Joseph en haar oom Meijer aan het Rapenburg. De firma Peco. Peperwortel en compagnon: Joseph en zijn negen jaar jongere broer Meijer.[2]
- Het woord 'matrassenfabriek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)“Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium , ISBN 9789057598500
- ↑ Weblink bron “Lies Fresen-Ferron: zelfs geen foto van haar vader” (04-05-2012), NOS