martelt dood
- mar·telt dood
vervoeging van |
---|
doodmartelen |
martelt (...) dood
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodmartelen
- Jij martelt dood.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodmartelen
- Hij martelt dood.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van doodmartelen
- Martelt dood!
- Het woord martelt dood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.