Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mar·shal
Woordherkomst en -opbouw
  • Uit het Engels overgenomen
enkelvoud meervoud
naamwoord marshal marshals
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de marshalm

  1. (luchtvaart) (beroep) iemand die met vliegtuigen meegaat om te kunnen optreden bij problemen met passagiers
  2. (sport) (beroep) mensen langs de kant van een circuit om de race in goede banen te leiden

Meer informatie

Gangbaarheid