marionettentheater

 
marionettentheater
  • ma·ri·o·net·ten·the·a·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord marionettentheater marionettentheaters
verkleinwoord marionettentheatertje marionettentheatertjes

het marionettentheatero

  1. poppenkastvoorstelling met poppen die bewogen worden door middel van draadjes aan armen, benen en of andere lichaamsdelen
     Theater Popject uit Leiden voert de voorstelling 'Midas' op, waarbij de poppen van papier gemaakt zijn. Marionettentheater Peter Hepp uit Tubbergen presenteert try-outs van zijn nieuwe voorstelling 'De laatste Ridder', met poppen van keramiek.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “'Nate van der Kous' naar poppenspeldag Tubbergen” (10-03-2011), Tubantia