manschappen
- Geluid: manschappen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmɑnsxɑpə(n) / (3 lettergrepen)
- man·schap·pen
de manschappen mv
- alleen meervoud (militair) soldaten of matrozen die een legermacht uitmaken
- Die demarcatielijn kwam precies overeen met de lijn die de officieren scheidde van de manschappen. [2]
- Hij besloot meer manschappen in te zetten.
- [2] voetvolk
- Het woord manschappen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "manschappen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Lemaitre, PierreTot ziens daarboven 2014 ISBN 9789401601931 pagina 12
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be