maledictie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  maledictie    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ma·le·dic·tie

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Latijn

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	maledictie	maledicties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de maledictie v

1. vloek, verwensing, veroordeling, vervloeking, anathema

Gangbaarheid

• Het woord maledictie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "maledictie" herkend door:

64 %	van de Nederlanders;
69 %	van de Vlamingen.