makelaarschap
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ma·ke·laar·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | makelaarschap | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
makelaarschap
- de hoedanigheid van makelaar; het makelaar zijn
Gangbaarheid
- Het woord 'makelaarschap' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.