Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mais·kip·pe·tje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het maiskippetjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord maiskip
    • Ik at hier een heerlijk maiskippetje met groenten maar daarnaast stonden er ook andere typisch Duitse gerechten op de kaart. [1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen