mainly
- main·ly
Naar frequentie | 1371 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
presumably | more presumably | most presumably |
mainly
- hoofdzakelijk
- in de eerste plaats
- in het bijzonder
- inzonderheid
- meestens
- met name
- overwegend
- vooral
- «These drugs are presumably mainly amphetamines.»
- Deze drugs zijn vermoedelijk vooral amfetamines.
- «These drugs are presumably mainly amphetamines.»
- voornamelijk
- [3,4,9]: above all
- [3,4,9]: especially
- [3,4,9]: pricipally
- [3]: specially
- [4]: particularly
- [9]: chiefly