• maf·fia·eco·no·mie
enkelvoud meervoud
naamwoord maffia-economie maffia-economieën
verkleinwoord maffia-economietje maffia-economietjes

de maffia-economiev

  1. (economie) economie waarin veel bedrijven optreden die maffia-achtige structuren en methoden gebruiken
    • In Rusland ontstond een maffia-economie waarbij Poetin de staatsrijkdom - die na ‘89 voor een appel en een ei was verkocht - in de handen liet van een klasse oligarchen. [1]