madame
- ma·da·me
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | madame | madames mesdames |
verkleinwoord | - | - |
de madame v
- mevrouw, aanspreekvorm voor een dame (soms ironisch gebruikt om aan te geven dat een vrouw of meisje zich te deftig voordoet)
- Ivanovna!’ Hij bracht zijn benen in de derde danspositie, neeg het hoofd en zette de hand van madame Loezina aan zijn lippen. Maar net toen hij zich opmaakte madame een lange, kleverige blik toe te werpen, kwam haar man Pavel Petrovitsj uit de deuropening geslopen. [1]
naar de vorm, ook aan het Frans ontleend:
- Het woord madame staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "madame" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Boelgakov, M. (vert. A. Prins)"Een spiritistische seance. Een verhaal" in: De Tweede Ronde. jrg. 18 nr. 3 (herfst 1997) G.A. van Oorschot, Amsterdam; p. 91; geraadpleegd 2018-10-01
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- ma·dame
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
madame | la madame | mesdames | les mesdames |
madame v