machtsuitoefening
- machts·uit·oe·fe·ning
- samenstelling van macht zn en uitoefening zn met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | machtsuitoefening | machtsuitoefeningen |
verkleinwoord |
de machtsuitoefening v
- (politiek) het gebruik maken van dwang en kracht om dingen gedaan te krijgen
- ▸ Een kwart van de zedendelicten wordt niet gepleegd uit seksuele lust. In die gevallen worden daders gedreven door boosheid, wraak, machtsuitoefening en achterliggende gevoelens van afwijzing, blijkt uit nieuw onderzoek.[2]
- ▸ Strikt genomen bestaat de troonswisseling dus uit een beperkt aantal formaliteiten met als publiek hoogtepunt de inhuldigingsceremonie in de hoofdstad Amsterdam. Toch moeten er ook een paar besluiten vallen die voor het aantreden en de machtsuitoefening van de nieuwe vorst niet wezenlijk zijn, maar evengoed veel aandacht trekken.[3]
- Het woord machtsuitoefening staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “'Kwart verkrachters niet gedreven door lust'” (Vrijdag 15 september 2017, 18:54), NOS
- ↑ Weblink bron Piet van Asseldonk“Troonswisseling en inhuldiging” (Maandag 28 januari 2013, 17:54), NOS