• machts·de·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord machtsdeling machtsdelingen
verkleinwoord

de machtsdelingv

  1. (politiek) de macht met anderen delen; de macht samen met anderen bezitten
     De verkiezingen maakten een eind aan de machtsdeling van de twee, waarbij Tsvangirai als premier onder president Mugabe diende.[1]
     Irak zit sinds de verkiezingen in maart zonder regering. Donderdag werden de sjiieten, soennieten en Koerden het eens over een machtsdeling. Iraqiya stelt nu nieuwe eisen, waar de andere partijen binnen een maand aan moeten voldoen.[2]


  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Mugabe (89) opnieuw beëdigd” (Donderdag 22 augustus 2013, 12:09), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “'Machtsdeling Irak lijkt al mislukt'” (Zaterdag 13 november 2010, 05:27), NOS