Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maak·ten wijs
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
wijsmaken

maakten (…) wijs

  1. meervoud verleden tijd van wijsmaken
    • Wij maakten wijs. 
    • Jullie maakten wijs. 
    • Zij maakten wijs. 

Gangbaarheid