• maak zwart
vervoeging van
zwartmaken

maak zwart

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwartmaken
    • Ik maak zwart. 
  2. gebiedende wijs van zwartmaken
    • Maak zwart! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwartmaken
    • Maak je zwart?