• maag·in·houd
enkelvoud meervoud
naamwoord maaginhoud maaginhouden
verkleinwoord

de maaginhoudm

  1. wat er in de maag zit als voedsel en maagsappen
    • Vrijdagmiddag begint de sectie op het dier waarbij onder meer wordt gekeken naar de organen en maaginhoud. Het skelet wordt mogelijk opgenomen in de nationale collectie van Naturalis.[1] 
    • Als ze bij Paula is, geeft het meisje aan dat ze zich niet lekker voelt. "Gaat het wel goed, schatje?", vraagt het jurylid. Tahani knikt, maar vervolgens komt haar maaginhoud eruit. En ook Paula krijgt daar wat van over zich heen. "Ik heb nog nooit gehad dat iemand anders braaksel op me kwam."[2] 
  1. de Telegraaf 01 dec. 2017
  2. de Telegraaf 10 jun. 2016