• ly·se·rødt
  • Samenstelling van de Deense bijvoeglijke naamwoorden lys en rød met het invoegsel -e-

lyserødt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van lyserød
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   lyserødt                    

lyserødt

  1. lichtrood, roze
  • holdt i lyserødt og hvidt
gedecoreerd in roze en wit