lustreren
- lus·tre·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
lustreren |
lustreerde |
gelustreerd |
zwak -d | volledig |
lustreren
- overgankelijk een (metaal)glans geven
- Het woord 'lustreren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.