lustreerde

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  lustreerde    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• lus·treer·de

Werkwoord

vervoeging van
lustreren

lustreerde

1. enkelvoud verleden tijd van lustreren
   

   • Ik lustreerde. 
     
   • Jij lustreerde. 
     
   • Hij, zij, het lustreerde.