luchtvaartbedrijf

  • lucht·vaart·be·drijf
enkelvoud meervoud
naamwoord luchtvaartbedrijf luchtvaartbedrijven
verkleinwoord luchtvaartbedrijfje luchtvaartbedrijfjes

het luchtvaartbedrijfo

  1. (luchtvaart), (bedrijfskunde) een bedrijf dat vervoer door de lucht aanbiedt
     United wil de toestellen kopen van Boom Supersonic uit Denver, dat momenteel werkt aan een eerste prototype. Als de toestellen voldoen aan alle veiligheids- en milieueisen, zal het luchtvaartbedrijf ze daadwerkelijk aankopen. Het heeft bovendien nog een optie op 35 toestellen meer. United hoopt dat passagiers in 2029 tickets kunnen boeken.[2]
     Het bericht over de overname van Airtrade kwam een dag nadat Air France-KLM de slechtste resultaten uit zijn bestaan bekend had gemaakt. Doordat door de coronapandemie een groot deel van het vliegverkeer afgelopen jaar plat lag, boekte het luchtvaartbedrijf een verlies van 7,1 miljard euro.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Opvolger Concorde in zicht: United koopt 15 supersonische vliegtuigen” (Vrijdag 4 juni 2021, 08:41), NOS
  3.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “KLM wil meer concurreren met reisarrangementen, touroperators boos” (Maandag 22 februari 2021, 08:39), NOS