loop wacht
- Geluid: loop wacht (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlop ˈwɑxt / (2 lettergrepen)
- loop wacht
- uit loop (werkwoord) en wacht (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
wachtlopen |
loop (…) wacht
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wachtlopen
- Ik loop wacht.
- gebiedende wijs van wachtlopen
- Loop wacht!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wachtlopen
- Loop je wacht?
- Het woord loop wacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.