loog voor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- loog voor
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voorliegen |
loog (...) voor
- enkelvoud verleden tijd van voorliegen
- Ik loog voor.
- Jij loog voor.
- Hij, zij, het loog voor.
- Ik loog voor.