• lo·geer·ge·bouw
enkelvoud meervoud
naamwoord logeergebouw logeergebouwen
verkleinwoord logeergebouwtje logeergebouwtjes

het logeergebouwo

  1. een gebouw bedoeld als tijdelijk onderkomen
    • Het logeergebouw in Totness, Coronie, is vanaf het paasweekend weer open.[1].