loeiend
- loei·end
vervoeging van: | loeien |
verbogen vorm: | loeiende |
loeiend
stellend | |
---|---|
onverbogen | loeiend |
verbogen | loeiende |
partitief | loeiends |
loeiend
- attributief gebruikt: heel veel lawaai maken door een koe of een sirene
- De loeiende koe wilde gemolken worden.
- De loeiende sirene maakte veel lawaai.
- ▸ Ik riep naar Goldie maar die reageerde niet, die lag te ver weg om me te horen en de loeiende wind hielp ook niet mee.[1]
- Het woord loeiend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers