• live·stream
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord livestream livestreams
verkleinwoord

de livestreamm

  1. (media) een uitzending op het internet, die rechtstreeks een voorstelling, een presentatie of een verslag van een op hetzelfde moment plaatsvindende gebeurtenis doorgeeft
     Kijken via een livestream (bijvoorbeeld via apps als NLZiet) gaat via een internetverbinding. De snelheid van de ontvangst heeft bijvoorbeeld te maken met de snelheid van de internetverbinding en de gekozen provider.[2]
     De bijeenkomsten over Feyenoord City op het stadhuis van de gemeente Rotterdam zullen eind volgende week weer worden gehouden. De bijeenkomsten kunnen niet fysiek worden bijgewoond, maar zijn via een livestream te volgen.[3]
  1. livestream op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Later of eerder juichen dan de buren bij een doelpunt hoe kan dat” (DO 17 JUNI 2021), NOS
  3.   Weblink bron “Nieuwe vergaderdata over Feyenoord City, publiek mag ze via livestream volgen” (DO 10 JUNI 2021), NOS