Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • li·tur·giek
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van liturgie
enkelvoud meervoud
naamwoord liturgiek liturgieken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de liturgiekv

  1. (onderwijs) de studie van de liturgie
Verwante begrippen

Gangbaarheid

60 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be