lintjesknipper
- lint·jes·knip·per
- samenstelling van lintjes zn en knipper zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lintjesknipper | |
verkleinwoord |
de lintjesknipper m
- (pejoratief) iemand in een hoge functie die geen nuttig werk verricht
- ▸ 'Wat voor lul-de-behanger denkt die Becker wel dat hij is!' tierde Benson. 'Dertig miljard eist die lintjesknipper, die juridische bloedzuiger... parasiteren op andermans zuurverdiende centen, dat is het enige wat die klote letseladvocaten kunnen!' tierde Benson.[1]
- iemand die lintjes doorknipt
- ↑ Weblink bron “Het Petronius mysterie” (2012), A.W. Bruna Uitgevers , ISBN 9789044961690, p. 72