linkermouw
  • lin·ker·mouw
enkelvoud meervoud
naamwoord linkermouw linkermouwen
verkleinwoord linkermouwtje linkermouwtjes

de linkermouwv / m

  1. deel van een kledingstuk dat de linker arm geheel of gedeeltelijk bedekt
     `Stroop zijn linkermouw nog eens op,'zei Rinus tegen zijn collega.[1]
     Het bezoek was ter gelegenheid van het 400-jarig bestaan van het Weeshuis. Het werd in 1613 opgericht door dochter Maria van Willem van Oranje en bood tot 1952 onderdak aan protestantse weeskinderen. Op de linkermouw van hun tenue droegen zij een geborduurde M, als herinnering aan de oprichtster.[2]
  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij  , ISBN 9789023479925
  2.   Weblink bron “Herstelde Beatrix bezoekt Buren” (07-11-2013), NOS