• lijst·ten op
  • lijstte op met de uitgang -en na de persoonsvorm; er kunnen andere woorden worden tussengevoegd vóór  op bw 
vervoeging van
oplijsten

lijstten (…) op

  1. meervoud verleden tijd van oplijsten
    • Wij lijstten op. 
    • Jullie lijstten op. 
    • Zij lijstten op.