lijstte op
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lijstte op (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlɛistə ˈɔp / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- lijst·te op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
oplijsten |
lijstte op
- enkelvoud verleden tijd van oplijsten
- Ik lijstte op.
- Jij lijstte op.
- Hij, zij, het lijstte op.
- Ik lijstte op.
Gangbaarheid
- Het woord lijstte op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.