• lij·kend
vervoeging van: lijken
verbogen vorm: lijkende

lijkend

  1. onvoltooid deelwoord van lijken
  2. bijwoordelijk gebruikt
    • De film gaat over een ideaal lijkend Amerikaans gezin. 
    • Zijn leven verandert dramatisch na een onschuldig lijkend bezoek aan de dokter. 
    • Zo'n sprekend op elkaar lijkende eeneiige tweeling is behoorlijk verwarrend.