lijkend
- lij·kend
vervoeging van: | lijken |
verbogen vorm: | lijkende |
lijkend
- onvoltooid deelwoord van lijken
- bijwoordelijk gebruikt
- De film gaat over een ideaal lijkend Amerikaans gezin.
- Zijn leven verandert dramatisch na een onschuldig lijkend bezoek aan de dokter.
- Zo'n sprekend op elkaar lijkende eeneiige tweeling is behoorlijk verwarrend.
- Het woord lijkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.