lijf in
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lijf in
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inlijven |
lijf in
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inlijven
- Ik lijf in.
- gebiedende wijs van inlijven
- Lijf in!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inlijven
- Lijf je in?
Gangbaarheid
- Het woord lijf in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.