• life·hack
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord lifehack lifehacks
verkleinwoord

de lifehackm

  1. onconventionele oplossing om een probleem uit het dagelijkse leven (veroorzaakt door een overvloed aan informatie) te tackelen
     In zijn video's laat de tiktokker, voluit Khabane Lame, vooral zogenoemde lifehack-video's zien, waarop hij met een eenvoudiger alternatief komt. Bijvoorbeeld iemand die met een hakmes een banaan schilt, waarna Lame de vrucht gewoon met de hand pelt.[2]
     Gooi dit ‘rare’ zakje nooit weg: 5 handige lifehacks voor silicagel[3]
     Lifehack: zo gebruik je een laken als vervanger van een airco[4]
  1. lifehack op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Populairste tiktokker ter wereld werkte tot 2020 nog 'dag en nacht' in fabriek” (Zaterdag 25 juni 2022, 13:05), NOS
  3.   Weblink bron
    Glenn Haex
    “Gooi dit ‘rare’ zakje nooit weg: 5 handige lifehacks voor silicagel” (11-04-2023), Tubantia
  4.   Weblink bron
    ZAMARRA KOK
    “Lifehack: zo gebruik je een laken als vervanger van een airco” (10 jun. 2023), De Telegraaf