liepen voorop
- Geluid: liepen voorop (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlipə(n) vorˈɔp / (4 lettergrepen)
- lie·pen voor·op
vervoeging van |
---|
vooroplopen |
liepen (…) voorop
- meervoud verleden tijd van vooroplopen
- Wij liepen voorop.
- Jullie liepen voorop.
- Zij liepen voorop.
- Wij liepen voorop.
- Het woord liepen voorop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.